Het Mentor Café

#16 Ruzie op de werkvloer

October 19, 2021 Hans Ruinemans, Wilma Out Season 1 Episode 16
Het Mentor Café
#16 Ruzie op de werkvloer
Show Notes Transcript

Het Mentor Café

Podcast #16, Ruzie op de werkvloer

Waardoor ontstaat ruzie op de werkvloer?  Nou door geldingsdrang. Onbegrip. Stress. Medicijngebruik. Geen of nauwelijks communicatie. Verschillen in werktempo’s. Verschillen in persoonlijkheden.  Andere belangen.
Als je meer dan acht uur per dag met mensen doorbrengt waarvoor je nooit zou hebben gekozen, dan is volkomen normaal dat het er zo nu en dan iemand tegen de vangrail knalt.

Wij zijn gewend dat we leven in een geliberaliseerde en democratische samenleving. We spreken elkaar met de voornamen aan, we lunchen samen, drinken een biertje, maken grappen. Kortom: we spelen gelijkwaardigheid.  Ook op het werk. 

Maar: als het erop aankomt liggen de kaarten anders. De keuzes van je baas bepalen jouw werkklimaat. En aangezien hij of zij beslissingsbevoegdheid heeft en onschendbaar is - of op zijn minst: vrijwel onaantastbaar - hoeft hij of zij geen compromis met je te sluiten. 

Je werkomgeving is er geen sociaal-democratisch klimaat.  Het is natuurlijk ook geen Noord-Korea…dat niet…

Maar polderen op je werk - het consensusmodel - moet je vergeten. Voorkom dat je zwaar in de clinch komt te liggen met je baas. 

Met andere woorden: als je het verknoeit…loop je het risico je werkrelatie te verpesten - of ontslagen te worden. Wees niet bang om je zegje te doen, maar houd deze extra factoren in gedachten. Lukt dat niet, dan moet je uitkijken naar ander werk.

Je werk is ook geen Noord-Korea. Vertrekken is toegestaan. 

Volgende week zijn we hier opnieuw, in Het Mentor Café. We kijken naar je uit. Abonneer je vooral op Het Mentor Café, dan worden we beter gevonden in Google.

Tot de volgende keer, tot de volgende podcast.

De voice over van de intro is van Elmer de Winter.

Support the show

Het Mentor Café
Podcast #16
Ruzie op de werkvloer

W = Wilma Out
H = Hans Ruinemans

W: Diep gezucht. Rollende ogen. Giftige e-mailwisselingen. Driftige gebaren over en weer en zelfs: hysterisch gekrijs vanuit de vergaderruimte. Ruzies tussen collega’s  luisteraar  is geen kattepis. In mijn werkende leven  al vanaf mijn 18e  heb ik dit vanaf de zijlijn meegemaakt. Ruzie op het werk beïnvloedt alles en iedereen. Ik zelf doe dat niet. Ik maak geen ruzie. Nou ja. Eén keer had ik een mini-conflictje met iemand. Hulde voor ons beider aanpak eigenlijk vooral voor die van haar…ik hoop dat ze meeluistert. In deze podcast onze 16e –bevraag ik Hans Ruinemans, boardroom monk, hoe je om moet gaan met ruzie op het werk. De regenbuien tegen het raam herinneren mij trouwens aan een bijna traumatische ervaring die ik had, lang geleden. Op een herfstige middag maakte ik mee hoe een jonge vrouwelijke medewerker afgeranseld werd door haar collega. Het was echt verschrikkelijk. Erger heb ik het nooit meer gezien. Hans, hoe voorkom je zo’n diep dramatische gebeurtenis.

H: Ja, Wilma. Nou, laat ik eerst eens zeggen dat ik het een wonder vindt, dat het meestal goed gaat. Dat verbaast me eigenlijk. Net zoals ik het ook altijd wonderlijk vind, dat het op de snelweg niet vaker botst dan het doet. Zowel op de snelweg als op de werkvloer is alles aanwezig om het te laten knallen.

W: Zoals?

H: Waar het mee te maken heeft bedoel je? Nou geldingsdrang. Onbegrip. Stress. Medicijngebruik. Maar ook geen of nauwelijks communicatie. Verschillen in werktempo’s verschillen in persoonlijkheden…

W:  Andere belangen

H: Ook dat, ja. Als je meer dan acht uur per dag met mensen doorbrengt waarvoor je nooit zou hebben gekozen, dan is volkomen normaal dat het er zo nu en dan iemand tegen de vangrail knalt, Het is niet alleen normaal, het kan ook een goede zaak zijn. Daarin is het anders dan op de snelweg.

W: Trouwens ik onderbreek je even hou vast wat je wilde zeggen.Er is een vraag van een luisteraar. Teun heet-ie. Teun vraagt of je zelf weleens in loondienst bent geweest.

H: Loondienst ja, een ouderwets woord, eigenlijk. Maar ik ben inderdaad ‘in loondienst’ geweest  als partimer en in een full time dienstverband. Zo ongeveer vanaf mijn 18e tot mijneven denken totdat ik ergens begin dertig was.

W: Verlang je niet terug naar die tijd?

H: Nee, helemaal niet. Toen ik nog ‘voor een baas’ werkte, toen was ik al wat we nu noemen  een ondernemende werknemer. Ik creëerde en organiseerde mijn eigen werk. 

De stap naar zelfstandige was helemaal niet zo groot.

https://youtu.be/UbxUSsFXYo4  Dolly Parton  9 to 5

W: Nog een vraag, als dat mag, van Johan uit Haaksbergen. Johan vraagt hoe jij staat tegenover de opkomst van al die nieuwe coaches, die hun kennis hebben gehaald uit een paar Amerikaanse zelfhulpboeken en een cursus pendelen van 6 zaterdagen.

H: O, my god. Nee, laat ik daar alsjeblieft niet over beginnen. Nou goed, als ik het dan in 2 woorden mag samenvatten: ik noem dat spiritueel snobisme. Misschien zelfs wel: leeghoofdige arrogantie. Ook 2 woorden. Meer tekst wil ik er eigenlijk niet aan besteden. Onder de zogenaamde coaches is een heel groot aantal omhooggevallen bij gebrek aan gewicht. 

W: Duidelijk. Ik heb nog veel meer reacties van luisteraars, misschien moeten we daar een hele podcast aan besteden.

H: Dat zou inderdaad nog kunnen, ja.

W: Laten we verder gaan met ons onderwerp: kantoorruzies.

Je zei: een kantoorruzie is niet altijd slecht.

H: Klopt. Af en toe een kantoorgevecht kan de boel weer helder maken. Daarom zeg ik wees niet bang voor een gezonde ruzie. 

W: Maar ja, je zegt: gezonde ruzie ik heb dus meegemaakt hoe een medewerkster fysiek werd aangevallen.

H: Ja, dan is de boel natuurlijk compleet geëscaleerd. Dat is een heel ander verhaal. Dan praat je over een zwaar vergiftigde omgeving waar alles en iedereen de Sjaak is.

W: Ik ben nooit zelf een partij geweest in kantoorruzies…de ruzies ontstonden altijd om mij heen maar het lukte mij ook niet om neutraal te zijn. Ik liet mij vaak verleiden tot teamvorming. Ik zat dan in Team Tom en een collega in Team Olivier. Ik noem maar wat.

H: Team T, team O. Heel grappig. Maar totaal fout natuurlijk. 

W: We maakten soms een poultje.

H: Een poultje?

W: Ja, een competitievorm. Team Tom gokte op een weekoverwinning ten opzichte van team Olivier. 

H: Das ernstig.

W: Ik besef dat wij dat deden om de boel draaglijk te houden. Want – zoals je zegt – een langslepende kantoorruzie is niet te doen. Wanneer is iets een gezonde onenigheid en wanneer wordt het een zielsverpletterend drama?

H: Laat ik beginnen met vertellen dat vriendschap op de werkvloer net zo ongewenst is als vijandschap. Collega’s hebben elkaar hard nodig. Maar ze hebben allemaal andere belangen. Het doel is hetzelfde als het goed is  maar de belangen verschillen. Om het werk goed uit te voeren zijn collega’s dus van elkaar afhankelijk. Maar dat is niet het enige. Werk moet op zijn minst ‘te doen’ zijn. 

W: ‘Te doen’?

H: Ja, op zijn minst. Niet iedereen haalt zijn of haar ziel, zaligheid en zingeving uit het werk. Voor heel veel mensen is ‘te doen’ het hoogst haalbare. Het zijn mensen die niet op hun plek zitten. Het werk vraagt intern veel van hen. Of ze hebben zich vergist in de aard van het werk. Voor die mensen die je overigens ook in de board tegenkomt, hoor, en in het hogere management maar voor die mensen dus, is externe spanning killing. 

W: Spanning, ja. Dat is waar het vaak mee begint. 

https://youtu.be/hJdyq5wJD4w  Toren C - Ruzie

H: Alles begint natuurlijk klein. En dat is inderdaad meestal: spanning. Daar begint ’t mee. Spanning veroorzaakt door wederzijds onbegrip, bijvoorbeeld. Meestal en dat is heel menselijk wordt die spanning genegeerd maar daarmee verdwijnt ‘t niet. Onderhuidse spanning  zo noem ik het maar even, want het is spanning die onder je huid kruipt die onderhuidse spanning dus, die moet bestreden worden. Tijdig opgemerkt en daarna weggenomen.En dat kan ook. Daar zal ik het nu niet over hebben. Maar onderhuidse spanning die niet aangepakt wordt, of uitgesproken, die gaat een heel andere kant op. En vaak spelen omstanders daarbij een rol.

W: Zoals ik, door mij te laten verleiden tot teamvorming.

H: Er zijn passieve omstanders, inderdaad en er zijn actieve.

W: O ja, die herken ik ook.

H: Ja. Er zijn altijd mensen die in die spanning een gelegenheid zien om zichzelf te profileren. 

W: Zij willen de zaak instabiel maken om daarmee hun positie te verstevigen…

H: Dat begint redelijk klein. De spanningen worden roddels de roddels worden aangenomen waarheden en daarna is de stap naar een echte ruzie niet zo groot.

W: Wat moet je doen als je het onderwerp bent van een kantoorruzie…

H: Het onderwerp? Je bedoelt: als je je bevindt in the crime scene…?

W: Dat klinkt wel heel spannend.

H: Weet je hoeveel Amerikanen er jaarlijks slachtoffer worden van werk gerateerd geweld?

W: Nee, vertel maar.

H: 2 miljoen. Maar daar zit natuurlijk alles bij. Ook vuistslagen en gooi- en smijtwerk. Maar maandelijks worden er in Amerika 4 tot 6 leidinggevenden, supervisors gedood door medewerkers of ex-medewerkers. 

W: Het is natuurlijk wel Amerika.

H: Ja, het land van de wapens. 

W: En het land van de arbeids-onzekerheid. 

H: en van de ongelijkheid. Wij leven gelukkig niet in Amerika, maar in een Europees land met een sociaal-democratisch systeem…

W: En met rechtsbescherming.

H: Even terug naar je vraag.

W: O ja. Wat moet je doen als je actief deel uitmaakt van de kantoorruzie.

H: Ja, nou veel liever zou ik vertellen hoe je wegblijft uit de gevarenzone.

W: Dat komt straks.

 H: Goed dan. Als je actief deel uitmaakt van de ruzie dus als je al een participerende partij bent dan ben je al ver weggevoerd van de redelijkheid.  Je zit al zwaar in de gevarenzone.  Maar er kan nog heel veel gedaan worden. 

W: Vertel

H: Stel je zit al in een echt gevecht. Je kunt de ander niet meer luchten of zien en de situatie is nauwelijks houdbaar. Wat moet je dan doen. Nou. Strategie is alles. Die strategie hangt af van de positie van de persoon met wie je in staat van oorlog bent. Stel het is een collega. Het is belangrijk om te beseffen dat het hier om een zakelijk conflict gaat. Niet persoonlijk. Maar zakelijk. Zo moet je het ook echt proberen te zien. In essentie draait het niet om jou. Jij bent een nou, het klinkt wat oneerbiedig, maar toch jij bent een instrumentarium. Een radar in de machine die de bedrijfsvoering nu eenmaal is. 

W: Met jou als persoon heeft het conflict dus niets te maken. 

H: Exact. Nou. Ik zei al dat jullie elkaar nodig hebben om het werk uit te voeren. Jij hebt de collega nodig. En hij of zij heeft jou nodig. Wat je moet doen is: de oorzaak identificeren. Wat ging er mis? Waarom ging het mis? Was  of is  het conflict eenmalig of is het onderdeel van een terugkerend patroon van diepgewortelde verschillen? Als het vaker botst, dan moet je dit gegeven zien als een radar in de machine die jou tegenwerkt. Meer niet. Kun je daarmee niet verder werken, dan moet je langzaamaan op zoek naar een andere werkplek. Maar dat is het laatste dat je doet.

W: Je moet op tijd in gesprek. 

H: Je zag ‘m aankomen. Inderdaad. Je moet in gesprek. Dat moet je doen voordat het te laat is. 

W: Als één van onze luisteraars momenteel participant is in een oplopend conflict.

H: Als dat zo is, dan is mijn advies: ga zo snel mogelijk in gesprek. Wacht daar niet langer mee. Maar bereid zo’n gesprek zorgvuldig voor. Het gesprek mag dus niet ad hoc plaatsvinden. Je moet het inplannen. En: de ander moet op tijd ingelicht worden over jouw voornemen om in gesprek te gaan.

W: Maar ja, je moet wel in staat zijn om zo’n gesprek goed te laten verlopen.

H: Dat klopt. Mijn aanvullende advies is dan ook om te overwegen om er een neutraal persoon bij te halen hoeft niet, maar het kan wel helpen. Dat moet iemand zijn uit het bedrijf met een bepaalde statuur. En met onderhandelingsvaardigheden. Deze persoon moet van tevoren minimaal ingelicht worden over de oorsprong van het conflict want als je dat uitvoering zou doen, dan maak je deze man of vrouw partijdig.

W: Het ligt voor de hand om iemand te nemen uit de directie…

H: Nou, waarom liever niet, zou ik zeggen ik zou openstaan voor bijvoorbeeld de receptionist. 

of de huismeester. 

W: De kantinemevrouw

H: Waarom niet. Een collega van een andere afdeling.Hoe dan ook zo’n gesprek kan ertoe leiden dat je geconfronteerd wordt met jouw eigen aandeel in het conflict. Ook jij bent het kindeke Jezus niet. 

W: Ja dat is zo’n moment van ‘wauw’.

H: Nou, ik zou eerder zeggen: een moment van ‘auw’. Soms is iets gewoon jouw schuld. Ja, ik kan het niet mooier maken dan het is. Het is ook niet erg. Fouten maken op het werk is oké. We doen het de hele tijd. Zo’n gesprek  of eigenlijk zo’n conflict kan een leermoment voor iedereen zijn. Vooral voor de belangrijkste participanten.  

W: Ook voor de luisteraar die nu onderwerp is van een ruzie.

H:Maar dat kan alleen als het conflict ge-ownt wordt. 

W: O nee toch het ‘eigenaarschap’

H: Ja, die afschuwelijk management-term. Maar goed je moet je eigen rol kunnen zien. Durven zien ook. Je moet je excuses durven aanbieden. Gek genoeg maakt dat je positie ijzersterk. Nou, als je dat gedaan hebt leg dan in concrete stappen uit wat je zult doen om de schade te neutraliseren en ook wat je zult doen om een herhaling van een conflict te voorkomen.

W: maar stel nou dat je zeker weet dat jij het conflict niet begonnen bent.

H: Ik ben blij dat je dit vraagt. Je kunt nooit zeker weten dat jij het conflict niet begonnen bent. Dat is onmogelijk. In de eerste plaats omdat je jezelf niet ziet. Je kunt je eigen rol dus niet beoordelen. In de tweede plaats omdat je de visie van de ander ook niet kunt zien. De ander heeft ook gelijk, vanuit zijn of haar visie. 

W: Jouw overtuiging dat je gelijk hebt is niet meer waard dan de overtuiging van de ander…

H: De overtuiging van de ander dat hij of zij gelijk heeft. Exact. Ik zeg het nog maar eens: je kunt nooit iets zeker weten. Laat dat los. Dat geldt trouwens niet alleen in een arbeids-gerelateerde ruzie. 

W: Laat ik dan zeggen: als je – vanuit jouw visie – ervan overtuigd bent dat de ander de grootste bijdrage leverde.

H: Met die formulering kan ik leven.

W: Hoe moet je dan handelen.

H: Hoe moet je handelen als je jezelf als voornamelijk schuldloos ziet. Nou, zelfs dan of misschien wel juist dan moet je jouw aandeel erkennen. Je hoeft niet door het stof, maar je moet wel uitspreken dat je de situatie niet helemaal goed hebt beoordeeld. Dat je niet goed reageerde, misschien. 

W: Het komt erop neer dat je de situatie verzacht.

H: Zeker. Je hebt een aandeel, hoe klein dat in jouw visie ook is. Erken dat dat zo is. En spreek dat uit. Spreek ook uit dat het je spijt dat het zo uit de hand gelopen is. 

W: Je zegt als ik je goed begrijp dat het je spijt dat het zich op deze manier ontwikkeld heeft.

H: Inderdaad. Dat is wat anders dan zeggen dat je jouw acties betreurt. Of dat je de schuld voor 100 procent op je neemt. 

W: Betreuren is zo’n ‘door de politiek gekaapt’ woord.

H: Ja, nou ja, het zakelijke leven vereist een politieke aanpak. Het gaat er natuurlijk om dat je een stabiele werkomgeving creëert. Als je jezelf daarvoor moet opofferen  een beetje  dan moet dat maar. 

W: Nu hebben we het hier gehad over een conflict met een collega. Maar wat nu als je een conflict hebt met je baas?

 H: Oei, ja, dat is andere koek. Kijk, wij zijn gewend dat we leven in een geliberaliseerde en democratische samenleving. We spreken elkaar met de voornamen aan, we lunchen samen, drinken een biertje maken grappen. Kortom we spelen gelijkwaardigheid. Ook op het werk maar als het erop aankomt liggen de kaarten anders.De keuzes van je baas bepalen jouw werkklimaat en aangezien hij of zij beslissingsbevoegdheid heeft en onschendbaar is of op zijn minst vrijwel onaantastbaar  hoeft hij of zij geen compromis met je te sluiten. 

W: Dus

H: Je werkomgeving is er geen sociaal-democratisch klimaat. Het is natuurlijk ook geen Noord-Korea dat niet maar polderen op je werk  het consensusmodel  moet je vergeten. Voorkom dat je zwaar in de clinch komt te liggen met je baas. Zit je in de gevarenzone, dan gelden dezelfde basisregels voor de conflictoplossing maar de machtsongelijkheid tussen jou en je baas vragen een grotere inzet van jou. Met andere woorden: als je het verknoeit loop je het risico je werkrelatie te verpesten  of ontslagen te worden. Wees niet bang om je zegje te doen, maar houd deze extra factoren in gedachten. Lukt dat niet, dan moet je uitkijken naar ander werk.

W: Je werk is ook geen Noord-Korea.

H: Zeker niet. Vertrekken is toegestaan. 

W: Vertrekken is toegestaan, luisteraar. Dat je dat maar weet. Ik zal nu ook vertrekken, maar niet voor lang. Volgende week zijn we hier opnieuw, in Het Mentor Café. We kijken naar je uit. Abonneer je vooral op Het Mentor Café, dan worden we beter gevonden in Google. Tot de volgende keer, tot de volgende podcast.

[Einde]

Meer podcasts beluisteren?
www.businesstales.com/podcasts

Een korte belafspraak maken met Hans Ruinemans?
www.businesstales.com/Hans

Een klein compliment geven aan deze podcast-serie?
https://www.BuyMeACoffee.com/HetMentorCafe