Het Mentor Café

#20 TIJD. Een paradoxale botsing!

November 15, 2021 Hans Ruinemans, Wilma Out Season 1 Episode 20
Het Mentor Café
#20 TIJD. Een paradoxale botsing!
Show Notes Transcript

Het verleden is geweest. Maar heel makkelijk is het verleden weer heden. Daarvoor ga je gewoon terug in je herinneringen. En zo zijn mijn kinderen weer baby’s of ben ik opnieuw de kleuter. 

Wat is tijd? Deze vraag stel ik aan Hans Ruinemans, boardroom monk. 

Onze 20e podcast is dit. Hoe kortgeleden was het nog maar dat we de eerste maakten. Waar blijft de tijd? 

De voice over van de intro is van Elmer de Winter.

Support the show

Het Mentor Café
Podcast #20
TIJD. Een paradoxale botsing!

W = Wilma Out
H = Hans Ruinemans

W:Kunnen jullie een podcast maken over het begrip ‘tijd’. Het was een luisteraar die deze vraag stelde via een getypte tekst in het LinkedIn-raampje. De woorden zagen er - voor mij - uit als een rij marshmallows aan een grillspies. Ik zou willen zeggen: de vraag klonk mij als muziek in m’n oren, maar dat kan dus niet. Vandaar die marshmallows. Maar goed. Het verleden is geweest. Maar heel makkelijk is het verleden weer heden. Daarvoor ga je gewoon terug in je herinneringen. En zo zijn mijn kinderen weer baby’s of ben ik opnieuw de kleuter. Wat is tijd? Deze vraag stel ik aan Hans Ruinemans, boardroom monk. Onze 20e podcast is dit, luisteraar. Hoe kortgeleden was het nog maar dat we de eerste maakten. Waar blijft de tijd, Hans? 

H: Wilma. Ja, waar blijft de tijd. Ik maak een sprong vooruit en zeg je alvast: de tijd blijft helemaal nergens. De tijd is namelijk een utopisch verschijnsel. Oké, de tijd is ook iets conceptueels. Het is nu 10 over 2 in de middag en om kwart voor 3 moet ik vertrekken, naar een afspraak die om half 4 uur begint. Dat is dus over ongeveer 80 minuten. Maar ja, die vorm van tijd is natuurlijk nogal willekeurig, want het had net zo goed 10 over 3 kunnen zijn. Er is ooit gekozen voor deze tijdsindicatie dit concept vanwege de aardsrotatie als ik het goed zeg - met als oriëntatiepunten de zon en de maan. En de korte cycli daarbinnen, die zien we als dagen in een maand. Nou, dat werkt. 

W: Dat geldt niet voor de aanduiding van het jaar waarin we leven. 

H: Nee, die jaartelling startte bij de geboorte van het kindeke Jezus. Je moet ergens beginnen. 

W: Het had ook een andere profeet kunnen zijn.

H: Sterker andere religies hanteren een andere telling. De Joden leven volgens mij in het jaar 5780 of zoiets. En de moslims in 1433. Ik kan er een paar jaar naast zitten.

W: Dus niks 2021.

H: Nou, ze zullen zich conformeren aan wat hier in het Westen gehanteerd wordt. Maar stiekem denken ze waarschijnlijk...en over de hele wereld leven natuurlijks talloze volkeren en stammen met hun eigen tijdsaanduiding. Hun eigen pogingen om het ongrijpbare te kaderen. Want dat is het. 

W: Het is een poging om het ongrijpbare te omkaderen.

H: Zeker. Tijd is - in dit verband - een onderlinge afspraak.

https://youtu.be/OYgfAq6ttYc  Nummer van Cindy Lauper - Time After Time
 
W: In dit verband, zeg je. Er zijn dus meerdere verbanden is er één verband dat we allemaal herkennen. Waar we overeenstemming hebben? 

H: Lastige vraag. Er is natuurlijk niet één definitie van tijd. 

W: Tijd is een concept.

H: De tijdsindicatie die gebaseerd is op de zon en de maan en de rotatie van de aarde, dat is een concept. Het is een poging om iets ongrijpbaars in te kaderen. Ik zei het al en het ongrijpbare is dan vooral dat wat voor ons ligt. Want als er iets ongrijpbaar is, dan is dat wel de toekomst. Het enige dat we kunnen doen, is die toekomst een kader geven. Daarbij  bij dat omkaderen van het ongrijpbare zijn we ook nog eens gebonden aan de taal. Aan de woorden die we geven aan het begrip. In het Nederlands en in het Frans worden tijdstippen en tijdsduren aangegeven in uren. Dus om 2 uur of over 2 uur. In andere talen zoals in het Engels o'clock en hour  en in het Duits Uhr en Stunde bestaan daar aparte begrippen voor.

W: En zo is tijd een afspraak en ook nog eens taal-gerelateerd. 

H: Precies. Maar we hebben het nu over één beleving van het begrip ‘tijd’. Namelijk ‘de tijd’ in de conceptuele zin. Met klok en kalender. En die beleving is heel erg lang helemaal niet noodzakelijk geweest. Eeuwen en eeuwenlang was die vorm van tijd totaal geen issue. 

W: En bij sommige primitieve volkeren en stammen is dat nog steeds zo. 

H: Zeker. Er is ook nog een andere tijdsbeleving en die andere beleving van tijd is niet in een kader te plaatsen en die kennen en herkennen we allemaal. Dat is de tijdsbeleving waarover jij het had in de intro. Zo weer terug in het verleden.

W: Als ik wil, kan ik terugreizen door de tijd. Via mijn herinneringen. 

H: Als ‘de tijd’ al bestaat, dan ligt die per definitie achter ons. De tijd die vóór ons ligt, die bestaat al helemaal niet. Behalve conceptueel. Het jaar 2022, het jaar 2030. Conceptueel, of virtueel, of fictief. Welk label je er ook op plakt, het bestaat feitelijk niet. Dat wat voor ons ligt, dat is totaal ongewis. Nou, wat achter ons ligt, dat bestaat ook niet.

W: Niet meer, bedoel je?

H: Nou, ik bedoel: niet. Het bestaat niet. Dat wat achter ons ligt, dat is niet meer dan een herinnering. Je hebt feitelijk niets anders dan: NU. En we bewegen van het ene ‘nu’ naar het andere ‘nu’.

W: We hebben alleen maar nu?

H: Ja, meer is er niet. Dat wat achter ons ligt, dat is verdwenen, dat is geweest. Dat wat voor ons ligt, dat is er nog niet. Voor je beeldvorming de meeste mensen stellen zich hun leven voor als een tijdsbalk. Links startte het leven, de geboorte. En ergens rechts is het einde zo’n beetje waar je het verwacht. Rond je 80e.

W: Ik zie ‘m.

H. Oké, en ergens voorbij de helft van die tijdbalk daar bevind jij je nu.

W: Ik heb een beeld, ja.

H: In werkelijkheid is er helemaal geen tijdsbalk. Als je er dan toch nog een beeld bij wil hebben, dan lijkt het leven nog het meest op een vliegend tapijt. Het tapijt waarop je zit dat is het NU, onder boven, achter en voor je, is niets.

W: Zo bekeken is ‘leven in het nu’ eerder Disney-achtig dan spiritueel. 

H: Haha, Doctor Wayne Dyer met zijn mega-bestseller: “Niet morgen, maar nu” nooit door Walt Disney ontdekt. Wayne Dyer niets anders dan ons wijzen op een dijk van een waarheid.  

W: Als ‘tijd’ al bestaat, dan ligt-ie alleen maar achter ons.

H: Ja, dat zou je kunnen zeggen. Maar als ik het nog breder mag trekken in deze podcast  dan is zelfs dat niet waar. Het idee van ‘het verstrijken van de tijd’, dat zien wij zo omdat we een geheugen hebben. We hebben onthouden wat er is gebeurd. Dat ‘iets’ heeft plaatsgevonden en dat kunnen we ons herinneren. Het wordt opgeslagen in ons brein. Je zou ook kunnen zeggen voor de beeldvorming dat de gebeurtenissen sporen hebben getrokken in ons brein. Soms zijn dat diepe sporen. Soms ondiepe. Daarnaast hebben alle mensen een grote behoefte aan ordening. We brengen dus voortdurend orde aan in ons geheugen. In die zin is ‘tijd’ niks anders dan: de orde die wij aanbrengen in de gebeurtenissen en de wijze waarop het brein de gebeurtenissen opslaat. Soms ook in de verkeerde volgorde.

W: Diepe sporen of minder diepe. 

H: Precies. Het is ook nog persoonsgebonden. Dus: bij de één zijn er veel diepe sporen getrokken en bij een willekeurig ander persoon niet. Dat kan. Alle levens verschillen van elkaar.

W: Maar het verstrijken van de tijd kun je wel zien. 

H: Jazeker. Dat kun je zien. De sporen in het brein, die zijn onzichtbaar.Maar het zijn niet de enige sporen. Je ziet aan jezelf en aan je bestaan dat je geleefd hebt. Die sporen zitten op en in je lichaam, je ziet het aan je omgeving, je huis, je bezittingen, je gezin en familie. Het zijn allemaal sporen van dat wat gebeurd is. En in het grotere geheel in de wereld, op de aarde zie je dat ook. 

W: Ontbossing een verandering van het landschap industrialisering.

H: Zeker. 

https://youtu.be/jOBjwkaW-T0  The Kinks – Time Song

H: In die zin is het gelukkig zo dat ‘de tijd alle wonden heelt’. Ook beeldspraak, maar zo is het wel. 

W: ‘De tijd heelt alle wonden’ is een geruststellende uitspraak. 

H: En een geruststellende voltrekking.  Het zit zo: in je private leven liggen nare gebeurtenissen op een bepaald moment verder achter je. Hoe langer geleden de gebeurtenis, hoe minder scherp de herinnering wordt. Daarmee verdwijnt ook een deel van de pijn. De sporen worden langzaamaan uitgewist. Je brein heeft het verwerkt. Of de sporen worden minder diep. De scherpe randen gaan ervan af en er komen natuurlijk nieuwe herinneringen die de oude verdringen. 

W: En in het groot er ontstaat een nieuw landschap.

H: Ja, en als het een mondiale gebeurtenis betreft zoals nu met de pandemie dan zullen ook deze sporen verdwijnen, net zoals met de pest is gebeurd en dan zal de pandemie worden bijgeschreven in de geschiedenisboeken. 

W: De sporen verdwijnen en wat blijft is de geschiedschrijving. Is tijd een mysterie? 

H: Tja, een mysterie is alles dat we niet begrijpen. Zodra we het begrijpen is het geen mysterie meer. Ik zei al dat we alleen maar ‘nu’ hebben. Het verleden is niets meer dan de sporen die de gebeurtenissen hebben achtergelaten. De zichtbare sporen en de sporen in je brein.

W: In je geheugen. Dat trouwens ook niet altijd even goed werkt.

H: Inderdaad. Je kunt je afvragen of iets zich heeft plaatsgevonden als het geen sporen heeft achtergelaten.

W: Je kunt het je herinneren, maar je weet niet zeker of het echt heeft plaatsgevonden. 

H: Maar maakt dat wat uit.

W: Hoe bedoel je dat?

H: Nou, stel dat ik bang zou zijn voor een bepaald type hond laten we zeggen: een grote zwarte hond met een vierkante kop…en hoewel er geen zichtbare sporen zijn geen littekens in mijn been of iets dergelijk meen ik mij te herinneren dat ik als 4-jarige door zo’n hond ben aangevallen dan doet het er niet toe of dat echt gebeurd is. Mijn brein heeft dat zo opgeslagen, dus is het waar. 

W: Want de herinnering is: wat je brein heeft opgeslagen.

H: Hmm. Ik bedoelde eigenlijk: het verleden bestaat bij de gratie van het onthouden én de sporen die de gebeurtenissen hebben achtergelaten.

W: Los van de conceptuele vorm van tijd de klok, de kalender kunnen we de tijd niet zien. 

H: Het enige dat we kunnen zien zijn de sporen van de gebeurtenissen. De rest speelt zich af in het brein. Letterlijk als waarneming.

H: Daarnaast is ‘tijd’ natuurlijk ook een wiskundig gegeven. Je vertrekt van A en je arriveert bij B. Hoe lang duurt dat traject. Maar ook hoe lang duurde het in jouw beleving. Daar in die waarneming  kan een botsing plaatsvinden. 

W: Vertel eens iets over die botsing

H: Nou, tijd is waarneming.Hoewel we op de klok kunnen kijken hoe lang iets heeft geduurd
sleept de tijd zich voort àls een gebeurtenis vervelend of ronduit naar is.

W: De tijd gaat traag voorbij als je jong bent en het gaat razendsnel bij het ouder worden.

H: Dat kennen we allemaal, en het heeft te maken met de werking van het brein. Waarschijnlijk komt het doordat er meer is opgeslagen of omdat het sneller verwerkt wordt in het brein. Maar daar weet ik te weinig van. Allerlei onderzoeken wijzen op iets dergelijks. Tijd is een waarneming. Een ouder brein heeft meer opgeslagen waarnemingen.  De waarnemingen de herinneringen worden in volgorde van belangrijkheid opnieuw geordend. Zonder zichtbare sporen bestaat het verleden echt alleen nog maar in je brains. In je brein. 

W: Of zonder je vertrouwde bronnen. Op een bepaald moment weet niemand meer met wie je speelde als kind. 

H: Zo vervormen je waarnemingen.

W: Ik word in de familie steeds herinnerd aan een gebeurtenis die plaatsvond toen ik een jaar of 5 was, terwijl ik mij een andere leeftijd herinner. 

H: Kun je daar iets over zeggen?

W: Het gaat over een logeerpartij bij mijn tante. Volgens de tante weigerde ik worteltjes te eten en probeerde zij mij die te voeren. In mijn waarneming is dat het woord? Was ik de leeftijd van worteltjes weigeren allang voorbij. 

H: Dat kan. Het kan ook zijn dat jij 2 logeerpartijen door elkaar haalt. 

W: O ja, dan zou kunnen. 

H: Weet je ook hoelang de logeerpartij was?

W: Ik denk een lang weekend. Ik kan me het wegbrengen herinneren en het ophalen ook. 

H: In de tijdbeleving spelen het begin, het verloop en het einde ook een rol. Je weet eigenlijk niet hoe lang of hoe kort iets was, maar de beleving van de duur is gekoppeld aan het verloop. Daardoor beleef je een gebeurtenis in de duur anders dan het waarschijnlijk was. Langer of juist korter. 

W: Kun je dat uitleggen?

H: Jazeker. Bijvoorbeeld: ik zit in een luchtballon. Ik neem waar dat-ie opstijgt. Ik neem waar dat we een hele tijd rondvliegen, ik zie weilanden en bossen, ik zie een groot water, ik krijg het intussen koud, ik heb er wel genoeg van en tenslotte landen we in een weiland. Later zal ik mij herinneren dat het een urenlange vlucht was. Los van: of het van 5 tot 7 was. Er is sprake van een botsing van tijdsbeleving. Als mijn tijdsbeleving niet klopt met de gemeten tijd. Ik moet je zeggen dat ik daar zelf regelmatig ‘last’ van heb. Bijvoorbeeld in de sessies met mijn cliënten. Ik kan er bijvoorbeeld volledig van overtuigd zijn dat we twee uur gepraat hebben, terwijl dat volgens mijn Apple Watch dan drieënhalf uur is geweest. Het is paradoxaal dat ik het over de tijd heb, terwijl ik ook zeg dat de tijd niet bestaat. Dat paradoxale zit ‘m dan ook in de botsende tijdsbeleving. Ik praat met mijn client, feitelijk heb ik daar geen enkele tijdsbeleving bij. Als ik er dan toch een tijd bij zoek, dan kom ik op een omkadering van twee uur. De werkelijke duur die zie ik op mijn horloge. Welke tijd is de juiste? Die van mijn horloge natuurlijk. Maar is de beleving niet veel juister.

W: Het is in ieder geval de beleving die je je zult herinneren.

H: Dus is het op den duur de juiste.

W: Wat ik intrigerend vind, dat is dat je zegt dat het verleden niet bestaat.

H: Nee, dat bestaat feitelijk niet. Het wás. Het heeft sporen nagelaten. In de eerste plaats in je brein. Diepe sporen of minder diepe en als ze diep zijn, dan bestaat er een grote kans dat ze in de loop van ‘de tijd’ vervagen. In de tweede plaats zie je die sporen in je fysieke bestaan. 

W: En als het verleden niet bestaat?

H: Als je beseft dat het verleden niet bestaat, als je dat kunt ervaren, dan is het misschien makkelijker om nog meer te leven in het ‘nu’. Het boek van Eckhart Tolle, The Power of Now, gaat daarover.

W: Is dat je boodschap?

H: Eigenlijk zou ik dit willen zeggen. Pas ervoor op dat je het ‘nu’ niet ziet als een ‘tussenmoment’. Met een tussenmoment bedoel ik dat je je huidige leven ziet als een – nou, laat ik zeggen als een soort tussenstation. Alsof je ergens vandaan komt en op weg bent naar iets anders. 

W: Het verleden bestaat niet, en de toekomst ook niet.

H: ‘Nu’ heeft niets te maken met mindfullness of Yoga of terug naar jezelf. ‘Nu’ is feitelijk het enige dat we hebben. We kunnen  en in veel gevallen moeten we dat ook ons voorbereiden op het volgende ‘nu’. Dat is heel verstandig. Maar het heeft totaal geen zin om vast te houden aan het verleden. Je houdt je in dat geval vast aan een utopie. Een hersenschim.

W: Een product van je brein.

H: Precies. Je draagt de sporen ervan, dat wel, en de waarnemingen gebruik je in het verdere bestaan. Maar meer dan dat is het niet. 

W: Moet jij niet langzamerhand weg, trouwens? 

H: Inderdaad, het is tijd voor mijn afspraak.

W: Nou Hans, je weet nooit zeker of die zal plaatsvinden.

H: Ik bereid me goed voor op het volgende ‘nu’, Wilma.

W: De podcast-tijd is voorbij, beste luisteraar. We vonden het super dat je erbij was. Ontmoeten we je de volgende keer opnieuw? Trouwens: je doet ons een groot plezier als je je abonneert op Het Mentor Café. En laat vooral een bericht voor ons achter. Tot de volgende keer. Hopelijk.

Meer podcasts beluisteren?
www.businesstales.com/podcasts

Een korte belafspraak maken met Hans Ruinemans?
www.businesstales.com/Hans

Een klein compliment geven aan deze podcast-serie?
https://www.BuyMeACoffee.com/HetMentorCafe